Ondanks dat t weekend is, toch hard gewerkt.
Want dinsdag moet ik een lezing geven bij het afscheid van de bestuursvoorzitter van de instelling. Normaliter ben ik niet zo snel zenuwachtig te krijgen, maar nu wél een beetje.
Waar dat nu aan ligt?
Ik denk dat dat verschillende redenen heeft.
De eerste reden is, dat het publiek vooral uit genodigden uit de hogere bestuurslagen bestaat. En tussen dat soort mensen, voel ik me niet altijd even prettig.
Misschien komt dat omdat ik uit een eenvoudig mijnwerkersgezin kom. Een soort calimerocomplex?
Een andere reden dat ik best wel wat zenuwachtig ben, is gelegen in het feit dat mijn presentaties toch altijd kritisch zijn naar het instellingsbeleid. En nu sta ik dan oog in oog met allemaal beleidsmanagers.
Toch vind ik het belangrijk om JUIST op die plek iets moois neer te zetten.
Een kritisch betoog, geserveerd met enige humor en veel ervaringskennis, is dan wel zo'n beetje mijn specialisme.
En Mijnvader Mijn vader – hij was een socialist en vakbondsman in hart en nieren – zou vast trots op me zijn.
Maar toch, die vervelende zwetende handen.
_______________________________________________________