Over de niet-excommunicatie van Jacques Lacan

0
551

Kende ik maar Spaans. Niet zozeer om een korte tekst in het Spaans op internet te kunnen begrijpen. Dat kan, zoals denk ik in het vorige blog bleek, aardig lukken met de op datzelfde internet aangeboden vertaalmodules. Maar dat helpt niet om een boek te lezen als het volgende.

José Attal, La no-excomunión de Jacques Lacan, o cuando el psicoanálisis perdió a Spinoza. Editorial El cuenco de plata, Buenos Aires, Edición 2012 – 278 páginas.

Ik zou dat graag willen lezen. José Attal is lid van l’école lacanienne de psychanalyse. Ik had al eerder een blog, waarin ik uitgebreid vertelde over Jacques Lacan die gebrouilleerd raakte met de Internationale Psychoanalytische Vereniging die hem in 1964 het recht ontzegde om nog langer psychoanalytici op te leiden. Hij vergeleek dat met de excommunicatie van Spinoza. Ten onrechte dus, gezien de titel van Attal’s boek. Lacan begon er een eigen school mee – eentje die sterk met de ideeën van Spinoza verbonden was, nóg meer dan de officiële psychoanalyse die dat, volgens Attal, altijd al was. Freud zou veel meer door Spinoza beïnvloed zijn, dan hijzelf heeft willen toegeven, zoals hij in 1931 schreef dat hij meer door het door Spinoza’s invloed ontstane klimaat dan door het zelf lezen van Spinoza beïnvloed zou zijn [zie over Freud dit blog]. Attal maakt een uitgebreide vergelijking tussen Spinoza’s conatus en Freud’s libido.