Nadat ik dikwijls geaarzeld had, sinds ik in een blog van 18 mei 2010 gemeld had dat Ursula Renz’s Die Erklärbarkeit von Erfahrung. Realismus und Subjektivität in Spinozas Theorie des menschlichen Geistes [Klostermann, Frankfurt am Main, 2010] verschenen was – je kunt immers niet alles lezen – haalde de uitgebreide bespreking van Martin Saar op de NDPR waarover ik 15 oktober schreef, mij eindelijk over het boek aan te schaffen. Vandaag kwam het per post aan en begon ik meteen aan de lange inleiding om een eerste indruk te krijgen.
Ze geeft daarin een eerste schets erover hoe volgens Spinoza (volgens haar) subjectieve ervaringen verklaarbaar zijn. Dat geeft haar aanleiding om uitvoerig een “Grundthese eines realistischen Rationalismus” te behandelen, waarbij ze uitgebreid in discussie gaat met allerlei posities, waar ik hier verder niet op inga. Van belang voor het vervolg is alleen dat háár positie een onderscheid, een duidelijk verschil aanhoudt tussen Zijn en Kennen (ik zet ze net als het Duits maar even met hoofdletter), waarbij het eerste het primaat heeft. Ze schrijft: “Die Annahme eines genuin erkenntnisexternen Bezugspunktes des Erkennens macht überhaupt nur Sinn, wenn wir in irgendeiner Weise an dieser Differenz und dem mit ihr verbundenen Primat des Seins vor dem Erkennen festhalten.”