Of ook Paul Juffermans’ uitvoerige derde boekdeel over Spinoza’s ‘onderzoek naar de openbaringsreligies’ om heruitgave roept is twijfelachtig

0
474

Was het voor mij duidelijk om aan te bevelen en te hopen dat het eerste en tweede deel van het proefschrift van Paul Juffermans alsnog als apart boekje zouden worden uitgegeven, wat het derde deel aangaat heb ik nog even mijn twijfel of ik dat ook daarvoor aanbeveel.

Dit is mijn derde bespreking van een deel van P. C. Juffermans dissertatie: Drie perspectieven op religie in het denken van Spinoza. Een onderzoek naar de verschillende betekenissen van religie in het oeuvre van Spinoza. Damon, Budel, 2003, [Zie voor de eerdere delen de blogs van 26 november en 2 december 2011). Ik kom hierna nog met een slotrecensie.

In het derde deel (hoofdstukken 7 – 10) behandelt Juffermans Spinoza’s onderzoek in de TTP naar de openbaringsreligies, te weten het jodendom en het christendom. Ook dit is weer een fraai en systematisch uiteengezette studie, waarbij de lezer behoorlijk veel inzichten genuanceerd aangereikt krijgt. Allerlei aspecten waar je met een vlotte lezing overheen zou lezen of die in de loop van de Spinoza-studie diverse interpretaties opleverden, krijgt de lezer van deze driesterren chef-kok in de Spinozakeuken fraai toebereid en goed opgemaakt voorgezet. Met name op hoe Spinoza tegen het verschijnsel openbaring aankijkt heeft Juffermans mij de ogen geopend. Met name doordat de profeten, hoezeer ook vanuit hun verbeelding, een resultaat voorzetten dat ook met het natuurlijk licht van de rede te bereiken is, namelijk dat het voor een goed leven in een goede samenleving nodig is om te handcelen in gerechtigheid en naastenliefde. Daarom dus heeft Spinoza de bereidheid om de openbaring serieus te nemen, niet om de kennis of waarheid die ermee werd bereikt, maar om het nut en de werkzaamheid van het resultaat, te weten een universele morele boodschap.
Hoe dit resultaat bereikt kon worden, hoe openbaring in zijn werk gaat, begrijpt Spinoza niet, zo geeft hij toe, maar dat is voor hem geen reden om de openbaring, de profetie, te bespotten of weg te wuiven. Hij neemt het serieus. Juffermans noemt dit het ‘theologische dogma’ dat Spinoza erkent.