Uit het boek van Henri Krop, Spinoza. Een paradoxale icoon van Nederland, weten we dat er in Nederland een periode is geweest – de “zilveren tijd van het Spinozisme” – waarin geleerden trachtten Spinoza en Kant met elkaar te verzoenen – de ene vanuit
de ander te lezen. Leo Polak was zo iemand, maar er waren er meer.
De Angelsaksische geleerdenwereld bracht diverse vergelijkende studies
voort: ik verwijs naar oudere werken van Zammito en
Beiser en recenter van Beth Lord, Kant and
Spinozism: Transcendental Idealism and Immanence from Jacobi to Deleuze
[Palgrave Macmillan, 2010, cf. blog]; Eckart Förster, Die
25 jahre der Philosophie: Eine systematische Rekonstruktion [Vittorio
Klosterman, Frankfurt am Main, 2011] werd in
het Engels vertaald als The
Twenty-Five Years of Philosophy: A Systematic Reconstruction
[Harvard University Press, 2012] er verscheen ook een reactieboek op; en het meest recente van Omri Boehm, Kant's
Critique of Spinoza [Oxford University Press, 2014 [cf. blog en blog].
Nu is er dan sinds kort een Frans boek:
Carl R. Bolduc, Kant et Spinoza.
Rencontre paradoxale. Éditions Du Félin, date de parution le 24 Avril 2015 – Table
des matières [PDF] – Lire le premier Chapitre [PDF]
Opmerkelijk dat de uitgever over het boek begint met: “Il est rare de
voir accolé le nom de Spinoza à celui de Kant.” Dat geldt dan misschien voor
Frankrijk? Wel aardig vind ik te lezen dat
de auteur heeft ontdekt en zal laten zien dat « la Critique de la raison pure
apportait de l’eau au moulin du spinozisme » [dat de Kritik
der reinen Vernunft water naar de molen van Spinoza droeg].