Ik stond op straat op mijn vriend te wachten. Die was nog mijn kamer aan ‘t betalen, waar ik die nacht geslapen had.
Dat zit zo.
Buitenlanders betalen in deze dagen bijna het dubbele voor een overnachting dan de landgenoten. Mijn vriend nam dus mijn kamer op zijn naam en vandaar, dat hij hem vanmorgen, met mijn geld, ook moest betalen. En ik stond nu op hem te wachten.
De boulevard tussen het hotel en het Centraal Station was donker getekend met natte strepen. Met een klein wagentje maakten ze de straat schoon, gewoon door het weggeveegde vuil en stof onder de geparkeerde auto’s te schuiven.
De poolse nationale sport was toen het in de rij staan. Liefst in lange rijen. Vorige dag deed ik mee aan twee loketten in het station. Mijn vriend stond nu in de rij voor de hotelkassa. Maar voor hij geholpen kon worden gebeurde het volgende:
Uit de grote onderdoorgang, die later toegang tot de eerste metro-lijn zou worden, kwam veel volk, kennelijk allemaal op weg naar het werk. Het gewone beeld, dat in iedere grote stad een normale situatie is. En dat zou ook het beeld blijven, dat ik van deze metropool mee naar huis zou nemen. Dacht ik.
> Sjeens, sjeens ?
Ik reageerde niet, maar toen keerde hij zich helemaal naar mij toe.
>Sjeens, viel monnie voor dolars !
Ik haalde mijn schouders op en lachte vriendelijk naar hem.
De man vervolgde zijn weg, maar bij de hoek van de straat kwam hij terug.
Nu zei hij duidelijk tegen mij
> Tausje, tausje ??
Ik haalde weer mijn schouders op en keek hem, vriendelijk lachend, maar met een niet begrijpende blik in mijn ogen aan.
Nieuwe poging !
>Weksel, weksel ?
Ik reageerde niet en bleef vriendelijk lachen.
De man hief met enige vertwijfeling zijn armen op.
> Swede ? en toen > Frens, Sweijs?
Ik bleef lachend zwijgen.
Hij haalde de schouders op en liep weg…tot hij weer bij de straathoek was.
En kwam weer terug. Hij gaf niet op ! Duidelijk onmeetbaar nieuwsgierig geworden naar mijn afkomst. Als je dan niets wil omwisselen, dan toch moet ik weten, waar je vandaan komt.
>Hungar?
Ik schudde mijn hoofd
>Sjechi ? Finne ? en na enige aarzeling … > Roese ?
Dat moest begrepen zijn, dus lachte ik nu hardop. De kerel begon mee te lachen en vervolgde zijn weg door Europa.
Tien minuten later wist hij niets meer te verzinnen en met een oprecht treurig gezicht draaide hij zich om om weg te lopen. Nu voorgoed, dat voelde ik.
Maar nu was ik schuld.
> Ik heb geen idee, waarover je met me wil praten !
Daar kwam toch nog geluid uit die lachende kerel, die toch duidelijk geen Chinees was. Hij spreek dus toch nog minstens één taal!
Drie minuten later kwam mijn vriend uit het hotel en terwijl hij mij het wisselgeld teruggaf vroeg hij, waarom ik in mijn eentje zo’n lol had in een vreemde stad ‘s morgens vroeg. Ik heb het hem maar niet verteld.
Tien uur later in de trein ergens in de buurt van Poznań bedacht ik
> Ja, maar.. die landgenoot, daar in Rome dan ? Moet vast ook een nationale gewoonte zijn, nietwaar ?