Na een aanval van nostagie…

0
398
Een aanval van nostalgie kan vervelend zijn. En dagen duren. Deze heeft een hele tijd gebruikt om de aangevallene tot een actie te dwingen.
 
Aanleiding waren een aantal godsdienstige tv-uitzendingen, waaruit bleek, dat het mysterie van de Goddelijke Drie-eenheid geen eenzijdige katholieke aangelegenheid was. De vele christelijke kerkliederen, die in allerlei christelijke kerken worden (mee)gezongen gaan hierover en leggen een duidelijke bekentenis daarover af.
 
Maar dan komt de vraag boven >>Waarom wordt dan het katholieke feest van Christus Koning, op de laatste zondag van het kerkelijk jaar – dat ook oecumenisch afloopt voor de eerste Adventzondag – , niet »gemeenschappelijk« gevierd ?
Wat je samen hebt, kun je toch ook samen delen ?
 
En dan komen de oude, vertrouwde beelden boven. Van die feestdagen, die een besloten kerkelijk karakter hadden. Niet gebonden aan een of ander heiligenfeest, maar wel in alle, dan wel de meeste nederlandse parochies, een feestelijke uitbarsting tot gevolg hadden.
Nee, had niets met lol te maken, maar alles met een uitbundige vroomheid.
 
De beide, die mij zijn bijgebleven zijn het »Veertig-uren-gebed« en het »Aanbiddingsfeest«.
Het eerste begon altijd op vrijdag en duurde tot zondagavond. De viering was, als ik me goed herinner, in iedere parochie op een »eigen« zondag.
 
Het Aanbiddingsfeest was bij ons altijd op de laatste zondag van het Kerkelijk Jaar, het feest van de Drie-eenheid, dus. De feestelijke afsluiting was in beide gevallen min of meer gelijk. Een extra lange predikatie en een processie door de kerk, waarin vertegenwoordigers van alle in de parochie actieve organisaties waren afgevaardigd. En tot slot kwam dan de apotheose !
 Alle aanwezigen zongen meer luidkeels, dan welluidend het >>Aan U, oh Koning der Eeuwen<<.
Als een volkslied, dat op klonk, nadat de wereldkampioen was bekend gemaakt op een Olympiade. Was het vijftig, zestig jaar geleden normaal, dat iedereen het kon meezingen, als was ‘t het Wilhelmus, in de tegenwoordige zangbundels is het wel verdwenen. Zulke pathos past niet meer in deze moderne tijd. Zegt men.
 
Is het vreemd, dat een van die aanvallen van nostalgie nu juist dit lied betrof ?
Dank zij de computer is het mogelijk navraag te doen en …. een oplossing te vinden.
Zo vond ik een CD, waarop inderdaad dit lied, traditiegetrouw aan het eind, was opgenomen. Maar de hele inhoud deed me wel even de adem inhouden. En bij ieder volgend beluisteren opnieuw.
Het betreft een aantal Maria-liederen. Bij de vele Maria-feesten zijn in de loop van de vorige eeuwen veel Maria-liederen ontstaan, die een grote verspreiding kenden. De meeste waren niet of nauwelijks aan één Maria-oord gebonden.
 
Wat de plaat zelf aangaat: het zangkoor heeft goed zijn best gedaan, de organist wekt de indruk, dat hij zijn opleiding bij een protestante collega heeft gevolgd. De voor- en tussenspelen, zo ook de naspelen zijn dermate breed-uitgemeten, dat ik dit niet als iets van vroeger herken. Dat is geen negatieve beoordeling, maar doet in het kader van déze liederen wat vreemd aan. Het doet meer Valerius-achtig aan.
 
Maar meer schokkend is met welke liederen men ons in die jaren Maria deed eren als de Moeder van God ! Er zijn erbij, die, zouden wij de tekst op school als opstel hebben gebruikt, ons een onvoldoende op het rapport bezorgd hebben.
 
Het ware misschien voor een musicoloog interessant eens na te gaan, waarom dit toen zo is gebeurd? Had men een mooie melodie, waar men niet in beter Nederlands een tekst had kunnen plaatsen ?
Bij het na luisteren is er volgens mij, geen regionale invloed aanwezig geweest. Maar je zou, oppervlakkig gezien, kunnen stellen, dat dit feit er toe heeft bijgedragen, dat de nostalgie zich van dit onderwerp heeft meester gemaakt en de liederen alleen nog in die context een betekenis kunnen hebben. Jammer, want er is van nieuwe muziekliteratuur op dit gebied nooit veel gekomen.