Na de Paasvakantie..

0
450
Toen hij het huis verliet, was het nog maar net licht. En nog nachtkoud. Half zes. Hij trok zijn jack, gemaakt van een oude deken wat dichter om zijn schouders en trok de rits ver omhoog.
Hij opende de schuurdeur en trok zijn fiets naar buiten. Op zijn leeftijd had hij nog genoeg aan een jongensfiets en samen met de houten banden om de wielen was iedereen in de familie haast zeker, dat zijn fiets niet gevorderd zou worden. Op zo iets rijdt toch geen enkele soldaat van de Wehrmacht?
Waar de bomen langs de dijk ophielden, reed hij omlaag, de polder in. En kwartier later bereikte hij het kanaal, dat hoofdzakelijk gebruikt werd door de boeren om de melk naar de fabriek te varen en de tuinders om hun waren naar de veiling te brengen. Bij de veiling hield het kanaal niet op, maar ging verder het nog grotendeels slapende dorp in.
 
Na de dorpskern door gereden te zijn ging hij via een ophaalbrug naar de andere zijde van het kanaal. Hier was geen straat, maar een jaagpad. Door de ochtenddauw stoof het zand biet op, op het gras langs de kant zaten nog de dauwdruppels. Bij de tweede bocht zag hij waar hij moest zijn. Er lagen fietsen in het gras en stonden tegen de wilgen beneden aan de dijk.
Hij fietste van dijk af, het erf van de tuinder op. Er stonden al minstens dertig, veertig mensen. In een rijtje. Meest vrouwen. Mannen moesten in Duitsland werken, of waren ondergedoken. De oorlog bepaalde ook hier het aanzien van de mensen. De vrouwen waren  armoedig gekleed. Ondanks het frisse weer hadden de meesten een dunne katoenen jurk aan. Het ouderwetse korset zorgde ervoor, dat ze er niet schunnig bijstonden. De luwte van de kassen zorgde ervoor, dat het er niet te koud was.
 
Aan de vrouw voor hem vroeg hij, wat er vandaag te koop was. Zij haalde haar schouders op.
>Ik denk spinazie!< Dan blijf ik maar staan.
>Maximaal tien kilo<. Nu haalde hij zijn schouders op.
 
De tuinder was kennelijk nog aan het trekken.
Rondom hem hoorde hij de vrouwen. Hoe zij de manloze dagen en nachten doorkwamen. Hij snapte niet alles, wat ze zo te vertellen hadden. Een vertelde, dat haar oudste zoon haar man al goed kon vertegenwoordigen. Wat het betekende, snapte hij niet.
 
En dan nog.. hoe zij zich over hem zorgen maakten. >Ach, het is nog maar een kind ! Wie zegt, onder welke omstandigheden die moet leven!< Ze verwachten, dat hij om zeven uur gaat verkopen.
 
Toen de verkoop begon bleef ieder keurig op z’n plaats. De tuinder vroeg aan hem, hoe groot de familie was. Dertien personen. Dan krijg jij de tien kilo’s !
 
Terug, eerst weer door het dorp. Bij de veiling was het al druk met de aanvoer. Daar hoorde hij van een van de tuinders, dat de Bijzondere Controle Dienst weer een controle post had ingericht even na het einde van het kanaal. Hij keerde zijn fiets en over het jaagpad van het zijkanaal fietste hij naar het stadje aan het einde. En vandaar over de dijk naar huis.
 
>Alles goed gegaan?< vroeg zijn moeder.
Terwijl hij zijn enige pulp-boterham at, knikte hij zonder verder een woord te zeggen.
Hij zette zijn fiets weer in de schuur, sleepte de zak met spinazie naar de keuken en ging naar school. 4e klas. 11 jaar.
Met welke leeftijd wordt een mens volwassen ?