Mozart (1756 – 1791) & Spinoza [3] beschouwing over "iets mooi vinden"

0
416


Op mijn zoektocht die ik in het eerste blog begon, naar of Mozart met Spinoza in verband werd gebracht, kwam ik
ook een interessante tekst tegen, waarbij juist Mozart genoemd werd in een beschouwing over Spinoza's emotieleer.


Frans Jacobs onderscheidt met Frijda ‘fasische’ en ‘tonische’
emoties, in zijn boek "Een filosofie van Emoties en verlangens" (2008, cf. blog)
en vergelijkt Spinoza’s emotiebegrip met ‘het houden van Mozart’. Fasische
emoties zijn de gewone reacties
op wat van buiten komt – waarop een ongestoorde voortgaan volgt;
tonische emoties zijn dieper gaande
reacties op gebeurtenissen en “drukken uit wat we in ons leven van waarde
achten.” Zij doen ons intensief bezig zijn, doordat we geboeid zijn, ergens in
willen investeren. Deze twee verschillende typen emoties moeten niet op één
hoop worden geveegd. Hij vindt dat Spinoza ten onrechte dat onderscheid niet
maakt.


Nadat hij in zijn paragraaf “Spinoza over affecten” diens
leer over de drie basisaffecten, conatus
,
blijheid (
laetitia) en droefheid (tristitia) heeft geschetst en heeft
laten zien dat de conatus, het streven om zichzelf in stand te houden, daarvan
de belangrijkste is, en dat Spinoza externe krachten alleen van belang acht voor
zover ze tot verzwakking resp. versterking van ons vermogen om voort te bestaan
leiden, citeert hij de conclusie die Spinoza trekt in 3/9s: Uit dit alles
blijkt, dat wij niets nastreven, willen, verlangen of begeren omdat wij van
mening zijn dat iets goed is. Integendeel, wij zijn van mening dat iets goed is
omdat wij het nastreven, willen, verlagen en begeren.” Je houdt dus van iemand,
omdat zij je voortbestaan bevordert, en je haat haar omdat zij je voortbestaan
benadeelt. En dit vindt Jacobs te beperkt; en hij is de enige niet. In onze
discussiekring in de SKL over de
Ethica
klinkt een dergelijk ’geluid’ regelmatig. En ook op dit blog
heb
ik wel laten weten iets minder Spinozist te zijn en soms toch meer de definitie
van het waardenbegrip van de Scholastiek (ratio
finis et boni
) te volgen: er is een reden in mij waarom ik iets lust of
niet, maar er ligt ook een oorzaak in het ding dat ik al dan niet apprecieer en
mij wel of niet ten doel stel.
(
cf. en cf. en cf.). Ik citeer Jacobs, juist omdat hij in zijn beschouwing
over Spinoza precies Mozart noemt. Hij schrijft: