Moses Philipson (1761 – 1850) schreef eerste Spinoza-monografie van de Haskala

0
358


Ook bekend als Johann Jacob Martin Philippi , was een Duits-joodse
geleerde, schrijver en königlich preußischer Hofrat. *)


Bij zijn geboorte droeg hij de naam Moses Alexander David. Hij
was de eerste joodse scholier die met goed gevolg de Koninklijke school, het
Christianeum, in Altona bezocht. Salomon Maimon was er zijn schoolgenoot. In 1784,
nog in zijn laatste schooljaar, werd hij „Buchhalter und Geschäftsführer“ in het
Hannover bankfiliaal van zijn oom, wat hij 28 jaar bleef. In die tijd
veranderde hij zijn naam in Moses Alexander Philipson. Later werd hij daarnaast
pedagogisch en personeelsdirecteur in de Meyer‘schen Schulstiftungen, een opleidingsinstituut
voor arme kinderen, dat zijn schoongrootvader Meyer Michael David gesticht had.
Hij gaf er enige malen per week les in schrijven en Frans. Hij beheerste naast
Duits meerdere talen: Frans, Engels, Italiaans en Latijn.


Hij nam deel aan de politieke en filosofische discussies van
de zgn. maskilim [Midden- en Oost-Europese joden op zoek naar Verlichting). Hij
was bevriend met Moses Mendelssohn. In 1786, een jaar na het uitkomen van
Jacobi's Spinoza Buchlein
kwam hij
met een uiteenzetting over de kwestie Moses Mendelssohn en Jacobi. En enige
jaren later schreef hij de eerste Spinoza-monografie van de Haskala (de joodse
Verlichting) **):


M. Philipson, Leben
Benedikt’s von Spinosa
. Braunschweig, Verlag der Schulbuchhandlung, 1790

Het boek is te lezen bij
Hathitrust
en een andere copy bij
books.google.