Al vele malen hebben we het hier gehad over wat Spinoza in
2/8, 28c en 2/8s zegt over de ideeën van niet bestaande dingen – hoe dat te
begrijpen. Ik herinner me niet dat in de discussies erover iemand ooit erop
wees dat Spinoza ook in het eerste deel van de Ethica er al iets over had gezegd. Onlangs las ik dat eerste
deel weer eens in z’n geheel achter elkaar en merkte dat in het tweede scholium
bij 1/8 Spinoza ook iets over niet bestaande dingen (hier: modificaties) zegt. Ik
geef binnen vierkante haken een stukje van de context, erbuiten de tekst waar het me om gaat:
[Nam per substantiam intelligerent id quod in se est et per
se concipitur hoc est id cujus cognitio non indiget cognitione alterius rei. Per
modificationes autem id quod in alio est et quarum conceptus a conceptu rei in
qua sunt, formatur:] quocirca modificationum non existentium veras ideas
possumus habere quandoquidem quamvis non existant actu extra intellectum, earum
tamen essentia ita in alio comprehenditur ut per idem concipi possint. [Opera
Posthuma; Henri Krop heeft interpuncties toegevoegd, weer andere dan Gebhardt –
overigens m.i. niet van belang]