“Ohne Spinoza kein Goethe. Ohne Goethe kein Spinoza
Max Grunwald *)
In diverse blogs heb ik er al eens gebruik van gemaakt
en ernaar verwezen, maar een apart blog erover had ik nog niet. Ik maak het nu
eindelijk, mede om zo het boek zelf sneller te vinden.
Grunwald, geboren in Zabrze in het Pruisische Silezië,
studeerde aan de universiteit van Breslau waar hij in 1892 promoveerde tot
doctor in de filosofie op Das Verhältnis
Malebranches zu Spinoza [Breslau, Schatzky, 1892]. Tegelijk bezocht hij in dezelfde
plaats het Jüdisch-Theologische Seminar en werd rabbijn. Hij was vanaf
1895 rabbijn in Hamburg en vanaf 1903 in Wenen. Ondertussen schreef hij over
joodse geschiedenis en over joodse volkerenkunde. In 1897 richtte hij de Gesellschaft
für Jüdische Volkskunde op en werd in 1898 hoofdredacteur van de Mittheilungen ervan.
Én hij deed mee aan een in 1893 uitgeschreven schrijfwedstrijd
over Spinoza die hij won: Spinoza in
Deutschland, [Berlin, 1897]
De tekst is te vinden op archive.org.
Op de titelpagina als motto Spinoza's uitspraak aan
Albert Burgh: “Non dico me optimam invenisse philosophiam, sed veram me
intelligere scio.”
Het meest komen we over prijsvraag en resultaat te weten uit delen van het juryoordeel dat in het Voorwoord is opgenomen: