Margarete Susman (1872 – 1966) en Spinoza

0
335

Margarete Susman werd op 14 oktober 1872 geboren in Hamburg. Toen ze tien was verhuisde het gezin naar Zürich waar ze de Höhere Töchterschule bezocht; deed de Academie voor Kunsten in  Düsseldorf; studeerde in 1898-1900 in Parijs en Munchen, en ca 1901 in Berlijn, waar ze bij Georg Simmel filosofie studeerde. Ze huwde in 1906 met de schilder Eduard von Bendemann met wie ze een zoon had en van wie ze in 1928 scheidde. Ze was recensent en literair medewerker van de Frankfurter Zeitung, van 1907 tot ‘33. Verhuisde meteen na de machtsgreep van Hitler in 1933 naar Zürich waar ze deelnam aan de socialistische en religieuze kring van de theoloog Leonhard Ragaz. Hoewel de regering, bij monde van de Zwitserse Vreemdelingenpolitie haar een schrijfverbod oplegde, publiceerde ze in dagbladen en tijdschriften, zoals „Neue Wege“, onder het pseudoniem ‘Reiner’. Ze ontving diverse prijzen. In 1959 ontving ze het eredoctoraat van de Freien Universität van Berlijn. Ze stierf in Zürich op 16 januari 1966.

Willy Goetschel, die we kennen van Spinoza's Modernity: Mendelssohn, Lessing, and Heine, schrijft: “Margarete Susman was one of the first women writers in Germany resolute and powerful enough to enter what was in her time still considered the exclusive grounds of male competence: philosophy, theology, and cultural criticism. While even progressive movements like critical theory seldom encouraged women writers except in auxiliary positions, and the role of women in existential and phenomenological schools of thought came at the cost of being typecast in subservient roles, Susman, who lived much of her life in Switzerland, succeeded in what for a short time was a uniquely liberal climate to establish herself as a distinct voice.” [Hier]

Ze heeft zich flink met Spinoza bezig gehouden. In haar  ICH HABE VIELE LEBEN GELEBT – ERINNERUNGEN, [Stuttgart 1964] schreef ze: