Uiteraard, zou ik haast zeggen, is er op wikipedia weer niets over te vinden, maar Leo Baeck, de Joods-Pools-Duitse geleerde rabbijn en leider van het reformjodendom, hád iets met Spinoza. “From Moses Hess to Martin Buber and Leo Baeck, Spinoza has great symbolic significance for the articulation of German Jewish identity,” aldus Willi Goetschel in zijn Spinoza's modernity: Mendelssohn, Lessing, and Heine [2004, p. 280]. Baeck schreef ooit: "Wij rekenen Spinoza altijd, met trots, als een van ons."
Baeck werd geboren in Lissa (Leszno) dat toen tot de Duitse provincie Posen hoorde, maar vanouds en tegenwoordig weer tot Polen. Als zoon van rabbijn Samuel Baeck begon hij z’n opleiding aan het Johann Amos Comenius Gymnasium, volgde daarna het Rabbinerseminar in Breslau en deed tegelijkertijd filosofie aan de Universiteit. In 1894 ruilde hij Breslau in voor Berlijn en ging hij naar de liberale Hochschule für die Wissenschaft des Judentums aldaar, waarnaast hij eveneens weer filosofie en nu ook geschiedenis en filosofie van de religie deed aan de Friedrich Wilhelms Universität. Hij promoveerde in mei 1895 bij Wilhelm Dilthey en Friedrich Paulsen met zijn thesis "Spinozas erste Einwirkungen auf Deutschland." [Berlin, Meyer & Müller, 1895]
In dat proefschrift noemde hij Spinoza een “neuer, kuehner Denker” (p. 4) en hij schreef: “Spinoza’s Mystik bestand darin, dass er die Gesetze Gottes in die Herzen der Menschen eingeschrieben sein liess.“ (p. 7) Uiteindelijk kon hij als rabbijn niet helemaal met de hele Spinoza meegaan, maar hij bleef wel altijd in zijn gezelschap.