Alleen al vanwege de cover dient
dit Spaanse boek hier gesignaleerd te worden.
César Antonio Molina, La caza de
los intelectuales. La cultura bajo sospecha. Destino, 2014 [De jacht
op de intellectuelen. De cultuur onder verdenking] Inhoudsopgave en inleiding PDF.
De auteur was minister van
Cultuur in de regering van Rodríguez Zapatero en gaat in dit boek
op zoek naar de redenen voor een schrijver, een kunstenaar, om zich
te mengen in de zaken van de politiek, zoals ook met hem gebeurde.
Hij duikt naar het leven van een aantal historische persoonlijkheden,
van Cicero en Seneca tot Spinoza, van Campomanes tot Servet,
slachtoffer van Calvijn, en vooral een flink aantal voorbeelden uit
de Spaanse en Franse Verlichting. Het joodse vraagstuk stelt hij aan
de orde en hij schrijft onder de indruk van een bezoek aan
Auschwitz-Birkenau. Ook komen de
communistische elementen in de biografie en het werk van Ceslaw
Milosz aan de orde – en hij stelt zich vragen over John Steinbeck en
diens nogal blinde bewondering voor de USSR. Kortom, hij brengt een
hele galerij van voorbeelden van de tegenstrijdige relatie tussen
macht en denken.
Een recensent vergelijkt het met
de reflecties van Montaigne. Van een andere recensie begrijp ik dat
hij zich sterk baseert op het boek van Alain Minc Une histoire
politique des intellectuels, [Grasset, 2010]. Minc's werk ziet
hij als een van de beste analyses van de moderne intellectuelen, die
in de 18e eeuw opkwamen om te ontsnappen aan de invloed van koningen
en hun koningsgezinden en alsmede aan de religieuze macht. Laat nu net deze
zelfde Minc veroordeeld zijn voor plagiaat in zijn Spinoza: un
roman juif [Gallimard, 1999].
Daar ik uit besprekingen, waaruit
het voorgaande samenstelde, de indruk krijg dat in het boek toch
vooral Spaanse geschiedenissen centraal staan, vraag ik me af of het
ooit wel in het Nederlands vertaald zal worden. Enfin, de cover met
een gekooide Spinoza hebben we alvast. [Cf. o.a. hier en hier]