Gisteren, bij gelegenheid van de jaarvergadering van de Vereniging Het Spinozahuis in het Voormalig gemeentehuis van Rijnsburg, gaf Chantal Jaquet (van Université Paris I Panthéon-Sorbonne) een lezing over “From Parallelism to Equality: The Nature of the Union of Mind and Body According to Spinoza.” Het was een boeiende lezing over een belangrijk onderwerp. Het was door het wat zwakke geluid en haar soms wat gemompelde Engels, niet een makkelijk te volgen lezing (ik heb niet alles kunnen verstaan en zie met belangstelling uit naar de gedrukte tekst), maar de hoofdlijn kwam zeker goed door.
Waar het om gaat is dat voor Spinoza het bij ‘lichaam’ en ‘geest’ om eenzelfde individu gaat dat op twee manier kan worden beschouwd: nu eens onder het attribuut uitgebreidheid, dan weer onder het attribuut denken. Maar het betreft in werkelijkheid één ding en niet twee samenhangende dingen. Een mens bestaat uit lichaam en geest, maar dat mag niet gezien worden als een uit twee afzonderlijke ‘dingen’ (van materie en van geest) samengesteld iets. Er bestaat tussen die twee wijzen van zien van het ene ding (een mens) geen interactie: er is geen causaliteit van het denken op het lichaam en van het lichaam op het denken.