De Portugese dichter bezocht ons land en schreef erover A Holanda (1883). Hij had ook een ‘ontmoeting’
met het Spinozastandbeeld van Frédéric Hexamer in Den Haag, dat daar pas bijna drie
jaar eerder was geplaatst en op 14 september 1880 onthuld. Het bracht hem tot
de volgende ontboezeming:
"Op de Paviljoensgracht
prijkt het monument van Spinoza. Door het deze burger af te staan, een zoon van
door Koning Emanuel verjaagde Joden, heeft Portugal al bij voorbaat Holland
royaal voor het verlies van Brazilië schadeloos gesteld.
Hoezeer verandert een afstand van drie eeuwen de verhoudingen in het historisch
perspectief! Wie in de XVIe eeuw beweerd zou hebben, dat een onbekende Jood,
Spinoza's vader, toen hij uit Lissabon emigreerde, ons van een rijkdom even
groot als het onmetelijke Brazilië beroofde, zou voor volkomen krankzinnig gehouden
zijn. En toch zien wij nu, dat het Braziliaans Imperium, nadat wij stromen
bloed en schatten goud verspild hebben om er een tijdje de heerschappij van
onze vlag te handhaven, verloren is gegaan, zonder andere sporen na te laten
dan de vermoeidheid, corruptie en melancholie, die de herinnering aan voorbije
glorie en rijkdom bij verslapte generaties en decadente rassen teweeg pleegt te
brengen.
Maar Spinoza, door de onverdraagzaamheid van onze Katholieke tyrannie tot
Hollander geworden, legt in het land, waar hij, door ons versmaad, ter wereld
is gekomen, de grondslagen voor een
nieuwe maatstaf der wijsgerige waarheid, waardoor Holland, en niet Portugal tot
bakermat wordt van de moderne philosophie."
Ik trof het fragment aan in Jaap Meijer’s Balans der Ballingschap. Bijdragen tot de
geschiedenis der joden in Nederland, VIII / IX, “Om de verloren zoon.
Spinoza weerspiegeld in het geschiedbeeld der Nederlandse joden 1840-1940,”
blz. 21. De vertaling is van A.M. de Jong.
Over José Duarte Ramalho Ortigão wikipedia