Maar voor Spinozisten heeft Casearius een andere betekenis. Zij mogen de jonge Johannes Casear dankbaar zijn dat hij de nabijheid van Spinoza in Rijnsburg opzocht en als zijn huisgenoot zich door hem de hoofdlijnen van de filosofie van Descartes liet onderwijzen. Het is namelijk zeer de vraag of Spinoza’s werk Renati Des Cartes principiorum philosophiae zonder deze privélessen ontstaan zou zijn. Of dat ook voor de appendix bij dat werk, de Cogitata metaphysica, geldt is niet geheel zeker. Freudenthal leidt uit brief 13 af dat de CM eveneens in het kader van dat privéonderwijs z’n ontstaan vond, hetgeen Steenbakkers plausibel voorkomt, volgens wie die tekst in ieder geval uit het voorjaar van 1663 dateert.