Over het leven van Jarig Jelles is weinig bekend – onder andere niet wanneer hij geboren is. Hij trouwde niet en werd, zo zocht Meinsma uit, begraven op 22 februari 1683.
Hij was een goede vriend van Spinoza, zoveel is zeker, en hij was zelfs wel een van actiefsten in de vriendenkring rondom Spinoza.
Voor de uitgave door Jan Riewertsz van de Nagelate Schriften schreef hij het omvangrijke voorwoord (Voorreeden – zie bij DBNL). Lodewijk Meijer vertaalde en bewerkte dit voor de Opera Posthuma.
Diezelfde Riewertsz publiceerde in 1684 als een hommage aan zijn dan overleden vriend Jarig Jelles diens Belydenisse des algemeenen en christelyken Geloofs. Dat is een vroom tractaat over christelijke spiritualiteit dat hij in 1673 had geschreven. Jelles had het opgedragen aan zijn vriend Spinoza die, zo is te lezen in het nawoord dat Jan Riewertsz bij de uitgave schreef, had laten weten: “Ik heb met vermaak U.E. Schriften overgelezen, en zodanig bevonden, dat ik ‘er niet in kan veranderen.”
Jelles zelf was zo bescheiden geweest om de brief met deze reactie niet in de Opera Posthuma en Nagelate Schriften te laten opnemen.
Aandoenlijk is dat hij in de 'opdragt-brief' die als nr 48A in de Briefwisseling is opgenomen, aan Spinoza vraagt of hij wil nagaan of er iets is "dat aan u valsch of strijdig tegen de Heilige Schrift mocht schijnen zo verzoek ik van u dat gy dit en ook de reden waarom u zulks toeschijnt bekent maakt op dat ik het zelfde kan onderzoeken."