Jaap Meijer over Joachim Oudaen’s anti-Spinoza-gedicht

0
443



Tot mijn verrassing bleek de joodse historicus Jaap Meijer (1912
– 1993), over wiens in de jaren
1986-1989 uitgegeven Spinoza-dossiers ik een
blog had, ook al in de 1950-iger jaren aan Spinoza-studie
te hebben gedaan. Dat zal mede in verband hebben gestaan met zijn in 1954 in
Paramaribo uitgegeven Martelgang of
cirkelgang. Isaac da Costa als joods roman
ticus [Paramaribo – Suriname –
5715 – 1954 [cf, aldaar PDF te downloaden], waarin hij ruime aandacht
geeft aan het belang dat Spinoza voor de jonge Isaac da Costa had.


Van
hem verscheen vervolgens:


Jaap Meijer, “Joachim Oudaen contra Spinoza.” In: Levende talen, 1957: 591-594.


De Duitse Spinozabibliografie, waarin ik dit ontdekte, noemt
het – en terecht – “Rezension zu/review of: Oudaen, Joachim: Aan Adriaan Verwer
op zijn werk De Atheisterije het Mom-aanzicht af-gelicht of Wederlegging der Zedekunst
van B. Spinoza. 1672”. Alleen dat 1672 is onjuist, want het gedicht dateert van
1683. Wel speelt 1672 daarin een rol als het jaar waarin Spinoza het Franse hoofdkwartier
in Utrecht bezocht, wat zich overigens in het jaar 1673 afspeelde.


Meijer was blijkbaar nog niet zo thuis in Spinoza's biografie,
want liet zich misleiden door de fout in de in het gedicht geplaatste
datum 1672, zo blijkt uit zijn korte artikel dat ik hierna graag overneem én om
daarmee de reeks over Oudaen af te ronden [cf.
blog 1, en blog 2] én om deze waarschijnlijk eerste publicatie van
Jaap Meijer over Spinoza naar het daglicht van internet te halen.  
Aan de in het artikel en voetnoten verwerkte literatuur, blijkt duidelijk dat
Meijer zich toen al flink in de secundaire Spinoza-literatuur had verdiept.