Dit is ook precies de opvatting van Spinoza die in de TTP (H. 7, §2) uitlegt dat de methode van bijbelverklaring niet verschilt van de methode van verklaren van de natuur, doch daarmee geheel overeenkomt. En die in de Ethica de emoties bestudeert als natuurlijke dingen die de gewone wetten van de natuur volgen; waarover hij in de inleiding van Deel III stelt dat hij het handelen en de behoeftes van de mens net zo zal bekijken alsof het om een vraag over lijnen, vlakken of lichamen ging.
Wie denkt bij “spreken namens de ander” niet in eerste instantie aan ‘profeten’, waarover Spinoza, zoals bekend, het een en ander te zeggen heeft in de eerste hoofdstukken van de TTP? Ik ben benieuwd of Gert-Jan van der Heiden ook Spinoza als grote voorganger van de hermeneutica bespreekt, of dat onze filosoof weer vooral wordt veronachtzaamd.