In een serie
artikelen waarin Fleur Launspach en Ruben Munsterman op Follow the Money de geldstromen in de wetenschap volgen,
brachten ze gisteren een interview met Hans Clevers, president van de Koninklijke
Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).
Clevers legt
uit hoe de Nederlandse wetenschap het met steeds minder overheidsbudget moet
doen en is aangewezen op contractonderzoek. Zou een nieuwe Albert Einstein in
het huidige wetenschapsklimaat kunnen floreren?
Het stuk
eindigt met deze alinea:
Het kabinet
gaat de komende jaren zelf nog minder geld in onderzoek investeren en hoopt dat
het bedrijfsleven dit gat opvangt. Fundamenteel onderzoek verdwijnt zo uit de
Nederlandse wetenschap. De kans dat
Nederland ooit nog een keer een wetenschappers als bijvoorbeeld Baruch Spinoza
zal voorbrengen, wordt zo beangstigend klein.” [Vet van mij, SV, aan het foute
meervoud van wetenschappers ga ik voorbij.]
Alsof Spinoza
ooit overheidssteun ontving en niet volkomen onafhankelijk en op eigen kracht
met slechts enige hulp van vrienden, tot zijn filosofische prestaties was gekomen.
Die laatste passage in het interview is contrafactisch en kon dus in de
argumentatieve lobby wel eens contraproductief blijken. Hetzelfde geldt
trouwens voor het andere voorbeeld: Albert Einstein.