Nawoord
Aan
degenen die dit blog later lezen, wil ik hier aan het begin laten weten dat ik deze titel
inmiddels afkeur. Gaandeweg de discussie op dit blog zag ik dat Spinoza redenen
gehad moet hebben om de termen te gebruiken: hij benadrukte er verschillende aspecten
van het verstand mee. Net zoals je bij wat Spinoza in 2/7s schrijft, “substantia cogitans et substantia extensa
una eademque est substantia quae jam sub hoc jam sub illo attributo
comprehenditur”, niet mag zeggen dat ze hetzelfde zijn [substantia cogitans
sive substantia extensa klopt absoluut niet], want dan
zet je het identiteitsaspect te ver door
en verwaarloos je het verschil, zo mag je ook, hoewel ze één en
hetzelfde verstand betreffen, niet zeggen “intellectus infinitus sive idea Dei.” Wat hetzelfde en wat
verschillend is, moge uit het blog en de reacties blijken, vooral uit mijn
reacties van 28-02-2016 @ 12:42 en die van 04-03-2016 @ 12:38.
Stan
Verdult
Het vorige blog, “Het 'oneindige intellect' – is als een ladder die je
afstoot!,” eindigde ik ermee dat ik het in een volgend blog erover wilde hebben
dat intellectus infinitus
en de idea Dei twee
namen voor een en hetzelfde zijn. Het is dus
intellectus infinitus
sive idea Dei
Het wordt ook wel eens anders gezien, bijvoorbeeld door Gilles
Deleuze. In het vierde hoofdstuk van zijn Spinoza
Practical Philosophy geeft Gilles Deleuze een “Index of the main concepts
of the Ethics,” waarin ook het lemma voorkomt: Intellect (Infinite intellect, idea of God). Daarin geeft hij aan
wat z.i. het onderscheid is tussen idea
Dei en intellectus infinitus:
The idea of God is the idea
in its objective being; and the infinite intellect is the same idea considered
in its formal being. The two aspects are inseparable; one cannot dissociate the
first aspect from the second exept by making the power of comprehending an
unactualized power.” (p. 80)
Deleuze geeft niet aan waar je dit zo bij Spinoza kunt
aantreffen en ik denk dat hij daartoe ook niet in staat geweest zou zijn. Voor
de duidelijkheid: het ‘idee van God’ moet niet gelezen of verstaan worden als
het idee dat God heeft (genitivus subjectivus), maar als het idee dat over God
gaat (genitivus objectivus). Misschien dat Deleuze het daarom leest als het
‘esse objectivus’? maar als gevormd idee komt het ‘esse formalis’ van de idea
Dei net zo voort uit het attribuut denken, als elk ander idee. Het hier door
hem gemaakte onderscheid is loos.