Uiteraard was te verwachten dat de redactie van het boekenkatern van NRC Handelsblad het boek van Henri Krop aan de huisrecensent Michiel Leezenberg zou geven. Vandaag heeft de krant zijn bespreking van Spinoza. Een paradoxale icoon van Nederland, tegelijk met Karel D'huyvetters vertaling van de Staatkundige verhandeling.
Spinoza prijkt in het middenkatern naast Hans Georg Gadamer (die als grondgedachte voor goede communicatie heeft: "dat de ander wel eens gelijk zou kunnen hebben." Die ander is hier dus Spinoza?)
Leezenberg plukt uit de dikke turf over ruim drie honder jaar Spinoza-receptie enige hoofdlijnen, heeft niet gezien dat Krop na de 'Gouden eeuw' van het spinizisme (1845-1885) de 'zilveren tijd' (1900-1945) onderscheidde – Leezenberg maakt daar één gouden periode van. Verder vind ik wel knap hoe hij in 't kort een impressie van de vele Spinoza-beelden weet te schetsen. Hij eindigt met: "… voor de liefhebbers biedt het een ongeëvenaard gedetailleerde kijk op een belangrijk stuk vaderlandse filosofische geschiedenis."
De Staatkundige verhandeling doet hij wel erg kort af – haalt er het liefst Spinoza's tijdgebonden (voor)oordelen uit, waarmee het niet over de betekenis van het boek gaat. Is het toevallig dat hij iets opmerkt over 'zelfgerechtigd' ("zoals D'huyvetters niet helemaal gelukkige vertaling luidt"), of zou hij iets van de discussie hier hebben meegekregen?