Jan Wagenaar, een door zelfstudie opgeklommen historicus, werd door het Amsterdamse stadsbestuur in 1756 tot stadhistorieschrijver benoemd. Daardoor had hij toegang tot de archieven. Hij schreef o.a. een meerdelige geschiedenis van Amsterdam, getiteld: Amsterdam, In Zyne Opkomst, Aanwas, Geschiedenissen, Voorregten, Koophandel, Gebouwen, Kerkenstaat, Schoolen, Schutterye, Gilden En Regeeringe [1e deel in 1762, 13e deel in 1768].
In het 6e deel [op books.google te downloaden] komt in de rubriek 'Vermaarde Persoonaadjen' op blz 323-325 ook een korte beschrijving van Spinoza voor, waarvan vooral het slot frappeert:
"Wy spreeken niet van zyne werken, welker voornaamsten thans weinig gelezen worden, en, onzes agtens, ook naauwlyks leezenswaardig zyn, doordien zy niet leeren, hoe de dingen zyn; maar hoe de schryver gedagt heeft, dat zy waren."
Ik neem hierna dit curieuze stukje over (zonder de paar voetnoten).