Hoe de Spinoza-buste in de tuin van het Rijnsburgse Spinozahuis kwam

0
350

Foto: Theo van der WerfIn Theun de Vries' Spinozabiografie die ik aan het herlezen ben, kwam ik op blz 131 de opmerking tegen over Spinoza's meest bekende portret, het  Wolfenbüttler-portret, "waarnaar P.J. Arendzen tweehonderd jaar later zijn bekende 'ideaal-beeltenis' heeft geëtst." 'Bekende'? Ik ken inmiddels heel wat portretten van Spinoza of die moeten doorgaan voor Spinoza, maar dit van P.J. Arendzen zei mij niets. Op zoek ernaar op internet kwam ik tegen dat het als nr 17 afgebeeld staat in Altkirch, maar dat boek heb ik nog niet. Enfin, ooit kom ik het wel tegen, hoop ik. Maar ik kwam n.a.v. deze ets ook het volgende verhaal tegen in het 49e jaarverslag van de Vereniging Het Spinozahuis over de periode 1940-1946. Ik vat de lotgevallen van het Spinozahuis in de Tweede Wereldoorlog en het ontstaan van deze buste van Spinoza graag in dit blog samen.

Door de Duitse bezetter werd niet lang na het begin van de bezetting de Vereniging Het Spinozahuis ontbonden. De zgn Einsatzstab Rosenberg had een oogje laten vallen op de kostbare boekerij die naar Frankfurt am Main in Duitsland werd getransporteerd. Makelaarsbureau Het Gildehuis ontving de opdracht van de bezetter om het huis met meubilair onderhands te verkopen en de Vereniging daadwerkelijk te liquideren.

Het bestuur kwam heimelijk bijeen om pogingen te wagen het huis te behouden. Penningmeester Mr. J. Coert had het plan geopperd het op zijn naam te kopen teneinde het voor ondergang te behoeden en het zo door de oorlog te slepen. De liquidateur stemde ermee in om de Heer Coert onder de eventueel gegadigde kopers voorkeur te geven. Voor dit doel boden diversen personen aan bijdragen ter beschikking te stellen. Er bleken trouwens nog meer vrienden van het Spinozahuis bereid te zijn het met hetzelfde doel onderhands te kopen.