Door de Duitse bezetter werd niet lang na het begin van de bezetting de Vereniging Het Spinozahuis ontbonden. De zgn Einsatzstab Rosenberg had een oogje laten vallen op de kostbare boekerij die naar Frankfurt am Main in Duitsland werd getransporteerd. Makelaarsbureau Het Gildehuis ontving de opdracht van de bezetter om het huis met meubilair onderhands te verkopen en de Vereniging daadwerkelijk te liquideren.
Het bestuur kwam heimelijk bijeen om pogingen te wagen het huis te behouden. Penningmeester Mr. J. Coert had het plan geopperd het op zijn naam te kopen teneinde het voor ondergang te behoeden en het zo door de oorlog te slepen. De liquidateur stemde ermee in om de Heer Coert onder de eventueel gegadigde kopers voorkeur te geven. Voor dit doel boden diversen personen aan bijdragen ter beschikking te stellen. Er bleken trouwens nog meer vrienden van het Spinozahuis bereid te zijn het met hetzelfde doel onderhands te kopen.