Hoe de Cogitata Metaphysica te begrijpen?

0
392


Gisteren werd de cursus over de PPC/CM, georganiseerd door
de Vereniging Het Spinozahuis in de aula van het Spinoza Lyceum te Amsterdam afgesloten
met een inleiding door Han van Ruler
over
de Cogitata Metahpysica (CM). De
inleider wist ons, via het oproepen van allerlei vragen en veronderstellingen,
goed duidelijk te maken waarom Spinoza de CM als een soort toegift aan de PPC had
toegevoegd.


Het wordt algemeen beschouwd als een moeilijk, wat vreemd en
raadselachtig werk. En het grootste raadsel is goed beschouwd de vraag waarom
het aanhangsel is toegevoegd. Voor Descartes had het niet gehoeven, want die
had immers zijn respectieve werken juist bedoeld als vervanging van de
traditionele metafysica. Is het dan het initiatief van Spinoza zelf? Hij volgt
in CM precies de traditionele structuur van metaphysica
generalis
(over het zijn als zijn, later ontologie genoemd; hoofdstuk I van
de CM) en een metaphysica specialis
(over God, Gods attributen, de geesten/engelen en de ziel van de mens,
hoofdstuk II van de CM). Maar Spinoza was geen scholasticus, integendeel juist:
eerder een criticus van de scholastiek. Betreft het dan Spinoza’s eigen filosofie?
Ook dat niet, want Lodewijk Meijer noemt in het voorwoord uitdrukkelijk ook de
CM als tekst waarin “onze auteur niets anders dan de meningen van Descartes en
hun bewijzen” geeft. Maar iets verderop in het voorwoord geeft hij ook aan dat
door Spinoza dingen zijn toegevoegd; er zit dus ook iets nieuws in. En dat is
wat we volgens Van Ruler met de CM in handen hebben: een toevoeging aan wat er
volgens Spinoza aan Descartes ontbreekt. Hij wil aan wat er volgens hem
onduidelijk of onvolledig is aan de filosofie van Descartes, overigens wel
overwegend in de geest van Descartes, aspecten van metafysica toevoegen om de
cartesianen te dwingen in te zien dat er denkbeelden meegenomen dienden te
worden om het denken van Descartes goed te begrijpen.