Na het vorige inleidende blog nu dan een poging om het eventuele Spinozistische gehalte te proeven van het boek dat Carry van Bruggen onder het pseudoniem Justine Abbing publiceerde: De Vergelding (Jacob van Campen, Amsterdam, 1923)
Ik citeerde al de enige keer dat de naam van Spinoza voorkomt, namelijk wanneer haar nicht Jet over de hoofd persoon Hetty Kolff overweegt: “…. Ze las veel poëzie… ze las zelfs zoo iets vreeselijk diepzinnigs als Spinoza! En hoorde ze niet van alle kanten hoe ernstig het kind soms werken kon, welke hooge eischen zij zichzelf daarin stelde?”
Zoiets in een roman verteld, móet iets betekenen en daar moet de lezer zien achter te komen. Naast dit – zeg – ‘criterium Willem Frederik Hermans’ (geen mus valt van het dak of het krijgt ergens in de roman betekenis) is er het ‘criterium Willem Elschot’: een goede schrijver zegt de dingen niet maar laat ze zien, toont ze – zegt niet “de omgeving was mooi”, maar geeft een zodanige beschrijving dat de lezer meemaakt: het was daar mooi. Vanuit deze criteria kijk ik naar dit boek.