Dit blog gaat over een (niet eerder besproken) passage die mij
(en misschien anderen) tot andere inzichten brengt.
Het is uiteraard teveel gevraagd van de lezer van dit blog te
verwachten dat hij of zij de in augustus hartstochtelijk gevoerde discussie op
dit blog nog voor de geest heeft. Maar misschien zeggen de titels van de blogs
genoeg:
De eeuwigheid van de menselijke geest (blog van 10 augustus 2014), daarmee samenhangend over “Het
lezen en begrijpen van Ethica 2/8 e.v.” (blog van 15 augustus 2014) en “Ter afronding misschien Don
Garrett” (blog van 27 augustus 2014).
Ik pakte anderhalve maand later de draad weer op met “De
eeuwige essentie van elk enkelding” (blog van 15 oktober 2014). Ook daarop had weer een uitgebreide
discussie plaats. Die eindigde ik met: “ik stel toch voor het thema vooralsnog
– tot er nieuwe inzichten opkomen – als voldoende besproken te beschouwen.”
Welnu, een nieuw inzicht aan de hand van een tekst die nog
niet eerder in de discussie werd ingebracht, lijkt mij voldoende aanleiding om een
halve maand later de draad weer op te pakken.
Ik herinner me nog goed dat Henk Keizer en daarna en met hem
Mark Behets vroegen om de plaats aan te wijzen, waar Spinoza het heeft over de
eeuwigheid van de essenties van singuliere dingen.
Ik meen nu op zo’n plaats te kunnen wijzen, maar er hangt
wel een geur van twijfel omheen.