Het mislukte aanbod tot benoeming van Spinoza als professor in Heidelberg

0
272

Op de website van de Ruprecht-Karls-Universität Heidelberg wordt een korte geschiedenis van deze universiteit gegeven. Daarin ook (de via de uitgegeven Spinoza-correspondentie ruim bekende) informatie over het aanbod in 1673 van een gewoon professoraat in de filosofie aan Benedictus de Spinoza. Een aanbod dat Spinoza om bekende en begrijpelijke redenen afsloeg.

Maar als hij het aanbod wel zou hebben aangenomen, zou hij de enige van de drie grote rationalistische filosofen van de XVIIe eeuw zijn geweest (Descartes, Leibniz en Spinoza) die het tot een universitaire leerstoel zou hebben gebracht. Maar het zou hem heel wat gedonder hebben gegeven. 

Bij de redenen van afwijzing wordt altijd gewezen op de zinsnede, waarin Spinoza wijst dat voor hem niet is in te schatten  "binnen welke grenzen die vrijheid van filosoferen zou moeten worden ingeperkt".

Maar zou ook niet hebben meegespeeld de enigszins vileine tegenstelling tussen de aanhef ("aan de zeer scherpzinnige en zeer beroemde filosoof B.d.S") en de direct volgende mededeling "u, die mij weliswaar tot op heden onbekend zijt". Hij moet hierin direct de aanstaande tegenstander hebben vermoed. Fabritius had zich in 1670 in kleine kring al verontwaardigd getoond over de TTP. Dat kon Spinoza niet weten, maar de schijnheilige dubbele boodschap moet hij hebben aangevoeld.