Harry van Kruiningen (1906 – 1996) maakte Spinoza-etsen

0
401

Graficus, grafisch ontwerper, illustrator, Harry van Kruiningen [ps. van Henri Adelbert Janssen], volgde een opleiding aan het Instituut voor Kunstnijverheid in Amsterdam en studeerde vervolgens aan het Tekeninstituut Piersma in Amsterdam. Grafische technieken bracht hij zichzelf bij.

Hij werd bekend van het illustreren van kinderboeken, zoals De Tovertuin van Eekje Hoorn [Pegasus – Amsterdam, 1947]. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte Harry van Kruinigen bij het verzet (verzetsgroep Daan Goulooze) en gebruikte hij zijn lithopers om valse persoonsbewijzen te maken. Na de oorlog sloot Van Kruiningen zich aan bij een kunstenaarsvakgroep en van 1958 tot 1971 werkte hij als docent Grafische Technieken aan de Academie van Beeldende Kunsten in Arnhem. Roem streefde hij niet na, zag zich eerder – zoals oude meesters – als ambachtsman. De laatste acht jaar van zijn leven woonde en werkte hij in het Rosa Spierhuis in Laren. Harry van Kruiningen ontving diverse onderscheidingen, zoals in 1964 het erelidmaatschap van de academie te Florence en in 1965 een zilveren medaille van de boeken- en grafiektentoonstelling te Leipzig.

“In zijn vroegste prenten schiep Van Kruiningen een surreële wereld van tussenwezens: fantomen als lopende planten met klauwende tentakels en iets als een kop. Naast afzonderlijke prenten heeft hij reeksen gemaakt waarbij hij zich liet inspireren door literaire thema's waaronder de Metamorphosen van Ovidius, het Gilgamesj epos, Heer Halewijn en het Zonnelied van Achnaton. Hij liet in verschillende drukgangen doorschijnende tinten over elkaar sluieren en combineerde soms de litho met de ets. Ook in zwart-wit kwam hij tot indrukwekkende resultaten, zoals in de reeks 'De opstand van het grauw'.” [Dolf Welling in een In Memoriam in Trouw van 2 juli 1996]