Nadat Santayana op 21 februari 1932 op 68-jarige leeftijd in Den Haag gesproken had bij de herdenking van de driehonderste geboortedag van Spinoza (de rede is als ‘Ultimate Religion’ uitgegeven), schreef hij op 8 mei 1932 in een brief aan Daniel Cory, over het feit dat de Royal Society of Literature hem gevraagd had te spreken ter gelegenheid van de driehonderste geboortedag van John Locke: “It is a terrible come down after Spinoza”.
Dit tekent wat Spinoza voor Santayana betekende.
Hij schrijft dat de Spinoza in Santayana nauwelijks wordt opgemerkt en zelden of nooit wordt besproken. Dit boek is het enige aan Santayana gewijde boek waarin die relatie wel uitgebreid aan de orde komt. Het citeert uit diverse brieven, waarin Santayana van zijn gefascineerdheid door en schatplichtigheid aan Spinoza getuigt. Maar Santayana is ook heel kritisch en ontwerpt een geheel eigen filosofie. Ik heb de indruk dat Henry Tompkins Kirby-Smith de Spinoza-connectie in Santayana wel terecht benadrukt, maar toch ook enigszins overdrijft.
Hierna geef ik daarvan een uittreksel.