De aanleiding voor dit blog is hetgeen ik schreef in het blog van 29 nov. 2012 over Arnon Grunberg. Daarin sprak ik mijn verbazing erover uit dat een intellectuele schrijver als hij, blijkbaar moeite heeft om Spinoza’s gelijkstelling van werkelijkheid en perfectie te vatten, althans te accepteren, want daarin volstrekt niet mee kan gaan. Ik heb de indruk dat dit komt doordat – hoe vrij-van-transcendentie en hoe atheïstisch iemand zich zelf vindt te zijn – er mogelijk resten in hem aanwezig bleven van een opvoeding resp. omgeving die wél in het bestaan van een transcendentie gelooft (geloofde). Vanuit deze houding kan (morele of esthetische) waarde aan het werkelijke alleen worden toegevoegd van ‘iets daarbuiten’. Ik wil hier deze houding verkennen aan het voorbeeld van Georg Büchner.
Tweemaal eerder had ik een blog over Georg Büchner, eenmaal over Woyzeck [hier] en eenmaal over Dantons Tod [hier]. Aan de hand van het boek van Maurice B. Benn, The Drama of Revolt: A Critical Study of Georg Büchner [Cambridge University Press, 1979] wil ik laten zien hoe Büchner zéér in Spinoza geïnteresseerd was, vér met hem mee ging, eveneens niets van teleologie moest weten, maar als het er op aankwam afstand nam van Spinoza, juist ook vanwege diens gelijkstelling van werkelijkheid en perfectie. Dát ging Büchner te ver en die conclusie kon hij niet mee voltrekken. Als de werkelijkheid die wij ervaren niet perfect is, dan kan ook God niet perfect zijn, is de redenering [Ik citeer zonder verwijzingen, daarvoor verwijs ik naar het boek van Benn].