Geeft De Dijn ons Spinoza’s God?

0
382

emeritus prof. dr. Herman De DijnDe korte impressie die ik gaf van
de op zaterdag 1 juni 2013 op de ledenvergadering van de Vereniging
Het Spinozahuis gegeven lezing door emeritus prof. dr. Herman De Dijn
over Galilei en Spinoza die – globaal gezien – tijdgenoten waren,
eindigde ik met: "zeker de moeite waard om er over een jaar de
dan in de Mededelingen-reeks gedrukte lezing nog eens op na te
lezen."

Ruim eerder dan een jaar
ontvingen de leden gisteren de gedrukte lezing, samen met die van
Martin Saar (lezing dec. 2012) en Michael Della Rocca (lezing sept.
2009!). De Dijn zet duidelijk uiteen hoe het Spinoza en niet Galileï
was die echt het moderne, seculiere denken in de wetenschap begon.
Interessant om goed in onze oren te krnopen, maar daar wil ik het verder niet over hebben. Wel wil ik mijn verbazing
uiten over waar hij toch mee bezig is als hij Spinoza's filosofische
godsleer uiteenzet.

Zijn opzet is wel duidelijk: hij
wil tegenwicht geven tegen de opvatting dat Spinoza pantheïst was in
de zin dat alles maar God zou zijn. Dat doet hij in mijn ogen
terecht, want in die typering wordt Spinoza niet goed begrepen. Maar
hij doet dat op een manier die op zichzelf toch ook discutabel is.

In De uitgelezen Spinoza
(1999) en in zijn hoofdstuk over de "God van Spinoza" in Libertas
philosophandi. Spinoza als gids voor een vrije wereld
(2008)
typeerde hij de God van Spinoza als transcendent. In Spinoza, de
doornen en de roos
(2009) deed hij dat eveneens en lichtte dit
nader toe. Dat deed hij onder meer door het hoofdstuk "De God van
Spinoza", de ondertitel mee te geven: Deus sive Natura, niet Natura
sive Deus
en daar dan een heel
punt van te maken
. Wat toch echt wel een beetje onzin
is. Voor Spinoza zijn het andere termen voor hetzelfde. Wat ook al
blijkt doordat God vervolgens getypeerd wordt als Natura naturans
en de wereld der modi als Natura naturata.