De Franse socioloog en postmoderne filosoof Jean Baudrillard (1929-2007) had een zgn. simulacrumtheorie, volgens welke de echte werkelijkheid verdwijnt door de beelden die we ervan voorgeschoteld krijgen door de media. De mens zou het contact met de echte wereld verloren hebben, doordat hij in z’n hoofd een beeld van de wereld creëert aan de hand van wat hij in de media ziet (alsof de mensen ooit een werkelijk beeld van de echte wereld zouden hebben bezeten en alsof – “om maar iets te noemen” – de godsdiensten en de socialisatie in de cultuur niet altijd al een verzonnen beeld van de werkelijkheid hebben voorgeschoteld).
Maar goed, een simulacrum is “een kopie zonder origineel.”
Eugene Garver schetst in zijn artikel “Spinoza's Ethics: Don't Imitate God; There's a Model of Human Nature for You,” [in: Philosophy and Theology. Volume 24, Issue 2, 2012, pp. 155-190] dat het model van de menselijke natuur (exemplar humanum) dat Spinoza in het voorwoord van het vierde deel van de Ethica ons voorhoudt, daar dezelfde functie vervult als de “geloofsartikelen” (u weet wel: volgens sommige de minimale en anderen de maximale geloofsartikelen) in de Tractatus Theologico-Politicus: namelijk het met behulp van de verbeelding een 'simulacrum voor de rationaliteit' te bieden voor eindige wezens die in de praktijk moeten zien te overleven. [Daar lezen we “to provide a simularcrrum”- twee fouten in één woord].
Een aardige vergelijking om hier vast te houden, via de Baudrillardse term 'simulacrum'.