Een van de vaste kreten van gepensioneerden! Je komt altijd tijd te kort !
Maar is dat wel zo ?
Natuurlijk heb ik als ouderwetse vader het verwijt moeten aanhoren, dat ik me te weinig met mijn kinderen heb beziggehouden. Ik heb tot nu toe nog steeds niet het gevoel me daartegen te moeten verweren.
Want… is dit wel zo ?
Een bewijs, dat het ergens toch wel een beetje meevalt vind ik in onze familie-traditie, de fotografie.
Nee, ze hebben gelijk als ze zeggen dat MOE altijd meeging. Naar de kabouters, naar de zwemles, naar de Reddingsbrigade, naar de blokfluit- en later pianolessen.
Maar dat zijn allemaal zaken, die grotendeels afhankelijk zijn van vaste urenpatronen. En wie als vader dan in wisselende diensten moet werken, die valt zo door de mazen van het normale sociale net ! Wordt natuurlijk niet als excuus erkend ! Als zoetjes, zonder opsmuk en alleen met een klik van de brievenbus zijn verdiensten iedere maand op de deurmat vallen, dan is er niemand die er bij stil staat, dat daar dan ook voor gewerkt is. Om over het HOE dan al helemaal maar niet te spreken. Wanneer daar dan nog de inkomsten van moe bijkomen, die de hele dag, – als het de familie uitkomt- op route is door de hele stad en omgeving, dan is de girobijschrijving niet meer dan een papieren briefje.
En zo bouwt zichzelf het stramien van een gewone hollandse familie. Niets bijzonders, of opzienbarends.
Maar onregelmatige diensten hadden toch ook wel iets bijzonders. Wie kon met de vrije woensdagmiddag zijn kinderen en soms buurkinderen in het autootje laden en richting strand rijden ? Dat lukt niet als je werkgever advocaat, makelaar of winkeleigenaar is. En natuurlijk is een strandbezoek op warme voorjaars-, zomerse en herfstdagen niet spectaculair. Zou je wat dichterbij wonen, dan waren we zelf wel op de fiets gegaan. De stedentours, die werden ondernomen, waren van een ander kaliber. Maar dat was vaak meer plicht dan lol, een verlenging van de schooltaak. Hoewel er wel echt werk van gemaakt werd. Meer in de smaak vielen de bezoeken aan diverse dierentuinen.
Zoals geschreven, een onafhankelijke jurie bevindt zich op een van de »boekenplanken« in mijn kamer. Dozen met zeg maar duizenden dia’s. Eten geen brood en maken geen herrie. Totdat moe, dan al oma, vindt, dat het wel een stofboel veroorzaakt.
De oplossing is letterlijk nabij en voor enig geld wordt een apparaatje gekocht en de allermeeste dia’s verdwijnen in de computer. Groot voordeel is, dat – zo blijven we hopen – dat de kwaliteit nu niet meer achteruit gaat. Een voortreffelijk fotoprogramma (naam en adres bij de redactie bekend) zorgt er voor, dat hier en daar de foto’s weer veel van hun oude glans terug krijgen.
Maar nog mooier is het, dat ze weer – en nu veel gemakkelijker tot leven komen. Voor de kijker een bewijs, dat het vroeger toch eigenlijk wel was meegevallen.
En dan blijkt nog meer.
Wanneer kinderen »knutselen«, moet je als vader ook iets presteren. Nu heb ik altijd voor een rechte lijn een liniaal nodig gehad en iedere kromme lijn van mij zou door een olifant als slurf zijn geweigerd. Een nieuwe »sport« bracht uitkomst.
Mini-Steck. Eerst een klein schabloon. Dan steeds groter. Gelukkig was ik niet kleurenblind. En kon ik tellen.
Maar om nu altijd tegen dezelfde aan te moeten kijken is ook niet leuk. En niet inspirerend.
Ook hier bracht de fotografie de oplossing. Fotootje maken en dan maar weer slopen voor wat anders. En zo komt dan de laatste in mijn weblog terecht.
Nou Ja ???
Ik had geen voorbeelden meer en had weer dure dozen moeten bijkopen om aan nieuwe »modellen« te komen. Mijn huidige model was een vrouw, die ik zelf enige schoonheid toe kende. Maar haar witte bloes was wel erg wit en haar huid erg mooi bruin. Als hoefde ik maar even het kunstwerk (hoe zou je zo iets vakterm-isch moeten betitelen?) te schudden om de schouderloze textiel omlaag te krijgen. Er werd een lichtere kleur bruin bij gehaald, de oppervlakte werd wetmatig aangepast en zie hier de nieuwe versie.
Toen kwam het goede fotoprogramma en werd de beeltenis doelwit van fotogenische manipulatie. Die uitdrukkelijk tot de kleuren beperkt bleef. Maar het geheel kon een zogenaamd »teken-kleur-potloden-aanzicht« krijgen. De opzienbarende feitelijke kleuren werden tot een schilderachtige fantasie teruggebracht. Of het nog schilderachtig bleef ???
Het enige echte wat bleef was, dat de mini-steck-stukjes onmiskenbaar aanwezig bleven.
Zo komt een prutsende vader dan toch ook tot een ingedachte productie.
Deze week kwam een van onze lieve kleinzonen met zijn eerste beeldhouwwerk aanzetten.
Een kunstwerkje in albast. Blank als zijn kinderziel, moet opa gedacht hebben. Die zag er overigens meer model in, dat de schepper er in bedoeld had.
Wij blijven alleen met de vraag zitten:
Waarheen met alles, wanneer ook wij door ziekte en/of gebrek ooit nog eens naar een »sociale instelling« moeten verkassen?
Maar wie dan nog leeft, zit met die zorgen.
Er is ook met deze tekst weer wat gebeurd!