Een Witte Donderdag-besteding

0
316

Deze donderdag in de christelijke passieweek, genoemd Witte Donderdag, de donderdag vóór Pasen, waarin door de christenen het pesachmaal herdacht wordt dat Jezus aan de vooravond van zijn kruisdood met zijn leerlingen hield, deze dag waarop de ochtendkranten niet toevallig juist vandaag met het bericht kwamen (Trouw opende er de voorpagina mee) over dit schilderij

    

Het laatste avondmaal van Marlene Dumas, dat het Rijksmuseum ontving van een schenker die anoniem wil blijven (het zal toch geen vorm van witwassen zijn waarbij een bedrag voor de Belastingen mag worden afgetrokken? Nee, niet zo denken in de lijdensweek…), deze Witte Donderdag dus, waarop vanavond de EO en de RKK voor het derde achtereenvolgende jaar The Passion uitzenden (met populaire muziek en bekende Nederlanders om jongeren te trekken, dus moet de titel in het Engels – maar kom, niet zo negatief over deze hedendaagse verpakking van de christelijke boodschap), deze donderdag dus zag ik voor mij als een mooie aanleiding om het boekje te lezen van

Dra C. Roelofsz, De beteekenis van Christus voor Spinoza [J. Ploegsma, Zeist, 1938].

Het was de uitwerking van een lezing die zij voor de Societas Spinozana had gehouden – tijdens de jaarvergadering op zaterdag 9 oktober 1937 (dat laatste staat niet in het boekje, maar vond ik in het krantenarchief van de KB; net als het gegeven dat zij 2e secretaresse was van het in 1934 opgerichte Comité tot Instandhouding van het Spinozahuis – het huis aan de Paviljoensgracht in Den Haag – en waarvan Carp voorzitter was). Dr J.H. Carp schreef een voorwoord.