Een nieuwe lezing van de attributen-definitie?

0
380


Over Spinoza’s attributen-definitie in 1/d4 is het niet
alleen op dit weblog, maar ook in vele filosofische tijdschriften en boeken al
veel gegaan.


Eigenlijk is het merkwaardig dat die definitie van Spinoza
zo enigmatisch werd en wordt gevonden (wordt, want de aanleiding van dit blog
is een nieuw artikel dat binnenkort gepubliceerd zal worden, daarover zodadelijk). Zo luidt Spinoza's definitie 1/d4:

Per attributum intelligo id, quod intellectus de substantia percipit, tanquam eiusdem essentiam constituens. (In mijn enigszins toelichtende vertaling: Onder 'attribuut' versta ik datgene, waarvan het verstand waarneemt=begrijpt dat het de essentie van de substantie representeert).   


Goed beschouwd is het enige dat Spinoza doet: ín zijn
definitie expliciet maken wat altijd al door alle eerdere filosofen gevonden
werd. Ook bij Aristoteles is het wezen van de substantie, datgene wat door alle
veranderingen van de eigenschappen heen van iets gelijk bleef, niet iets dat
we konden zien, maar waartoe ons verstand kon besluiten. We zagen dat
wezenlijke kenmerk niet met de ogen van de zintuigen, maar a.h.w. met de ogen
van het verstand. Bij Descartes , die voor dat wezenlijke kenmerk de term
attribuut gebruikte, net zo. Alleen nam Descartes dat feit niet in zijn
definitie op, maar hield dat impliciet. Spinoza was de eerste die dat expliciet
opnam ín zijn definitie, waardoor hij een verstrengeling maakte van een
ontologisch aspect (wat/hoe iets is) en epistemologisch aspect (dat/hoe we iets weten)
– een combinatie van beide aspecten in elkaar knutselde om het wat oneerbiedig te zeggen. En
wát werd dát ingewikkeld gevonden! En zo kregen we te maken met een hele interpretatie-geschiedenis,
met standpunten die ofwel het 'objectieve' (ontologische) of het wellicht 'subjectieve'
(epistemologische) beklemtoonden.

De Nagelate Schriften vertaalden: By toeëigening (Attributum) versta ik 't geen, dat het verstant (Intellectus) wegens de zelfstandigheit (Substantia), als haar wezentheit (Essentia) stellende (Constituens), bevat (Concipere).