Naar aanleiding van de bespreking van het derde Deel van de Ethica gisteren in de Spinoza Kring Limburg, plaats ik dit in mijn ogen zeer Spinozistische gedicht van Albert Verwey. Die aanleiding is dat een van de deelnemers telkens weer de kritiek uit dat er in Spinoza zo weinig 'Ik' bedspeurbaar is, dat er nauwelijks aandacht voor het 'subject' lijkt te zijn, daar het allemaal over structuur en netwerk gaat. Waar is het eigene van de mens, waar en hoe wordt de Selbigkeit serieus genomen? Ik begrijp de klacht, maar zie door Spinoza's werk heen dat het hem duidelijk om het leven en lot van mensen te doen is. Het is op dit blog vaker aan de orde geweest. Maar in plaats van er weer een hele beschouwing aan te wijden, volsta ik met het brengen van dit gedicht. Wij vormen, alles vormt "een knooppunt in het wereldweb, van waaruit alles anders is…" – waar het objectieve het subjectieve is.
Ja, Albert Verwey was zeer door Spinoza aangeraakt.
Kristal en fontein
Het is zo weinig wat ik heb:
dit éne leven, dit kristal
waaruit ik straal en vormen schep
van 't wijd heelal.
Dit éne leven, maar het is
een knooppunt in het wereldweb,
van waaruit alles anders is
dan 't anderen was of wezen zal.
Ik ben wel altijd dit kristal
waarin de wereld spiegelt,
en in me is altijd vloed en val
van golf die wendt en wiegelt;
maar o, nog eenmaal de fontein
die springt en straalt en stort te zijn!
Albert Verwey.
In: Rondom mijn werk 1890-1923 (1925)