"Ja, ik heb ontzettend
genoten van de lezing van Marin Terpstra!" zeg ik hier in
antwoord op Wim Klever die mij via de e-mail er – enigszins sardonisch – naar vroeg. Ik doel op de lezing die Marin Terpstra
in het Spinoza Lyceum in Amsterdam gaf tijdens de voorjaarscursus
van de VHS over de Staatkundige verhandeling. Het was voor het
eerst sinds lange tijd zelfs dat ik zó van een lezing over Spinoza's
leer heb kunnen genieten, daar er een zeer verhelderende invalshoek werd
aangeboden, waarmee je Spinoza's intentie en opzet met de Tractatus
Politicus diepgaander kon leren verstaan. Naar ik begreep is
Marin Terpstra voornemens zijn inzichten in een artikel naar buiten
te brengen. Ik zie daar met interesse naar uit en hoop hier iets
ervan voldoende goed weer te geven, zodat meerderen met
belangstelling zullen uitzien naar dat artikel.
Het komt er in hoofdlijnen op
neem – en dat was voor mij het verrassende – dat de aloude, al sinds
Plato en Aristoteles bestaande en tot ver in de Scholastiek
standgehouden denkfiguur van de forma (of idee) die de materie
vormgeeft ook door Spinoza (en Hobbes) wordt gebruikt maar dat de
richting van werkzaamheid ervan wordt omgedraaid: de politieke formae
komen voort uit de 'materia', zijnde de mensen (de multitudo).
Het is de 'macht van de menigte' (potentia), waaruit het gezag
van de bestuursvorm en hoogste overheid daarbinnen (potestas)
voortkomen en die er de mogelijkheden en grenzen van bepaalt.