Tegen de jaarwisseling krijgen vooral de tv-zenders al vele jaren het déjá-vue complex. Wie was de grootste, sterkste, sportiefste enz in het afgelopen jaar ?
En als zo dikwijls zijn er hele groepen, die ruimschoots in aanmerking komen, maar nooit hier de limiet zullen halen. Een van de kenmerken van die groepen is, dat ze amper aanspraak op welke titel dan ook willen maken. Hoewel zij hun werkzaamheden bijna altijd in de openbaarheid uitvoeren.
Brandweer, politie, ambulancepersoneel, reddingszwemmers langs de kusten. En….
de artsen, specialisten, assistenten en verpleegkundig personeel van ziekenhuizen, klinieken en alles wat daarbij hoort.
Wanneer je zo, op 2 januari je een ochtendje moet ophouden in een van deze bekende instellingen, dan denk je >Ja, waarom eigenlijk niet ?
Alsof het iedere dag de tweede dag van het jaar is, doet een kliniek mijn vrouw denken aan een fabriek. Het is overal een komen en gaan van mensen. De ene helft om goed te doen aan de andere helft, die goed gedaan wil worden.
Mijn antwoord was, dat wanneer het bezoek beperkt blijft aan de poliklinieken, je eigenlijk maar de helft ziet van alles wat een ziekenhuis biedt. Erg belangrijk voor de patiënten, maar het gedeelte, dat je op zulk moment ontgaat, is minstens net zo belangrijk.
Ik krijg altijd het idee van een mieren- of een termietenberg. Alles en iedereen heeft zijn eigen plan, want voor zijn genoegen is een mens zeker niet in een hospitaal.
En is dan zo’n ziekenhuis aan de beurt om geheel gerenoveerd te worden, dan stijgt alleen maar de bewondering.
Ik ken dit nog uit mijn meer arbeidzame leven. Je mag best de boel overhoop halen, wanneer je de exploitatie niet in de war schopt. En zo komt er een extra logistiek leven op gang. Achter tijdelijke schotten en muurtjes krijgen alle onderdelen een nieuw jasje en de bewondering stijgt dan alleen maar, wanneer je toch nog daar terecht kunt, waar je uiteindelijk moet zijn.
De nieuwe omgeving beoordelen kan pas als alles klaar is, dus daar wachten we nog even mee. Enkele onderdelen, die duidelijk al een definitief karakter gekregen hebben, blijken aangenaam te ogen.
Maar er zijn ook tijdelijke situaties, die althans op de bezoekdatum, minder goed doordacht zijn. Wat te denken van een hele poliklinische afdeling, die alleen via een tiental treden te bereiken is. Terwijl je in een ziekenhuis-omgeving toch uit moet gaan, dat er mensen met een kinderwagen, een invalidenwagen of een rollator naar binnen en naar buiten moeten kunnen komen. Maar misschien komt er nog een tijdelijke »oprit« aan het einde van de trappen ? De hulpapparaat-gebruikers zullen ze er dankbaar voor zijn.