Met deze contradictoire kop open ik graag dit blog van
vandaag. N.a.v. het blog van gisteren, zag ik dat Uitgeverij
Verloren in haar voorjaarsaanbieding 2016 eveneens nog eens alle vorig
jaar uitgegeven boeken vermeldde, en daartoe behoorde ook
Hendrik Wyermars, De
ingebeelde chaos. Hertaald en ingeleid door Michiel Wielema.
Hilversum, Verloren,
2015 – ISBN 9789087045258 – €19 [books.google
– Inhoudsopgave en eerste deel inleiding PDF]
Driekwart jaar geleden verscheen het fraaie boekje – ik nam het weer eens ter
hand, begon erin te lezen en moest glimlachen om de laatste zin van de heldere
en informatieve inleiding van Michiel Wielema:
“Het is te hopen dat deze
hertaling een aanzet zal bieden tot grondige bestudering van de tekst en zal
leiden tot een grotere waardering voor een van de bijna vergeten documenten uit
de canon van het Nederlandse en internationale spinozisme.”
Is dit geen schitterende contradictie: ‘bijna vergeten’ en
toch behorend tot ‘de spinozistische canon’? Wie stelt die canon dan
samen? En dat terwijl Wielema – in navolging van mij – wees op het feit dat
Wyermars in het boek over de receptie van Spinoza in Nederland, Henri Krop’s Spinoza – een paradoxale icoon van
Nederland (2014), helemaal niet voorkomt.
Hoezo kan het dan tot de canon behoren?
Maar waard om gelezen te worden is het. Laat een student het
oppakken en er eens een studie over schrijven. Want het zou toch eindelijk eens tot de canon moeten
gaan behoren.