De tijd is een kabel, waaraan ieder mens zijn deel heeft, omdat het op zichzelf bijna oneindig is.
De leeftijd is voor ieder mens als een koord, dat door zijn en haar handen glijdt. Als een echt touw laat het zich feitelijk alleen maar vasthouden, tegenhouden lukt niet. Het rolt maar door. Soms droog en dan kun je denken, dat je er grip op krijgt, dan weer nat en glad, het laat zich maar nauwelijks beetpakken.
Is het dan werkelijk zo eentonig, dat er nergens hoogtepunten te ontdekken zijn?
Als een echt koord kan men er knopen inleggen. Niet dat je de loop daarmee kunt stoppen, maar het zijn wel punten, waar men enig houvast vindt.
Die punten bepaalt de mens nauwelijks zelf. Meest voorkomend is die, welke een nieuwe levensfase aankondigt. Al hoeft dat niet een bepaald moment te zijn.
Voor een knoop heb je echter wat meer ruimte nodig dan alleen het touw. Het is daarom niet voor de hand liggend, dat het eerste knooppunt de geboorte zal zijn. En toch is dit zo.
Want heeft niet ieder mens bij de geboorte al zo’n negen maanden erop zitten? Dan nog wel niet zelfstandig, maar het bestaan is daadwerkelijk begonnen. Er zijn mensen, die om die reden geen verjaardag vieren! Omdat niemand kan bepalen op welk ogenblik zijn of haar leven echt begonnen is. Zelfs niet al zou men het moment van de bevruchting exact weten of kunnen bepalen. De geleerden zijn het wereldwijd nog steeds niet eens om vast te stellen, wanneer er van leven sprake kan zijn. Alleen al, omdat men een aantal verschillende normen hanteert. Maar het geeft zo wel zijn, haar koord de ruimte om de eerste knoop te leggen bij de geboorte.
Een knooppunt is verder ook het ogenblik van de verbinding met een ander koord, dat daarmee een zelfstandig deel van het eigen touw wordt. Maar dat hoeft niet. Er zijn zeer mooie en waardevolle knopen te maken in iemands koord zonder >inwerking van buitenaf<.
Het eerste knooppunt, dat Ferdy in zijn koord vindt, is naar zijn overtuiging inderdaad zijn geboorte. Typisch kenmerk is, dat hij aan de totstandkoming nauwelijks heeft meegewerkt. Hij onderging alles met als enige inbreng zijn onwelluidende stem, bereid tot schreeuwen, huilen en krijsen. Hetgeen al direct een slechte indruk maakte op zijn beide ouders en verdere familie. En de feestvreugde om een nieuwe telg enigszins temperde.
Maar het was geen protest van zijn kant, alleen al omdat hij zich niet bewust was, wat hem allemaal werd aangedaan. Behalve schone kleertjes en luiers.
De eerste knoedel van zijn knoop was de naamgeving. Volgens de traditie van die tijd en zijn milieu moest hij heten naar zijn vaders vader. En hier ontstond al het eerste probleem. Opa heette Ferdinand. Maar zijn moeder vond, dat dit te veel deed denken aan de naam Frederik, de eerste jongen waar zij in haar leven een slechte ervaring mee had opgedaan. Zij vond daarom een compromis, waarmee de familie mee akkoord kon gaan.
De kleine Ferdinand zou als roepnaam Dino krijgen. Men zegt wel eens, dat je iets met de moedermelk meekrijgt. Nou, daar had Dino gelukkig nog geen weet van.
De tweede knoedel was zijn 14 maanden oudere zusje. Hun huis was klein genoeg om de kamer met haar te moeten delen. Zij in haar bedje, hij in zijn wieg. Haar rol was de mooiste in het huishouden. Al mocht ze hem niet eens echt aanraken – op een kusje op het voorhoofd na – als haar gezicht boven de rand van de wieg verscheen betekende dat, al van het begin af, spelen. Moeder was voor hem eten en drinken, het badje en schone kleding.
De vader had een bijzondere rol. Die zorgde voor de muziek in huis. Als hij niet zelf zong, dan waren er zijn grammofoonplaten. Markante punten, want als hij naar zijn werk was, dan moest er in huis gewerkt worden en was er geen tijd voor muziek.
En zo was Dino op weg naar zijn twee knooppunt.
Dat er nog 13 zouden volgens wist hij pas jaren later. Bij zijn tiende viel het hem op, dat zijn knooppunten zo om de zes jaar vielen. Niet wetende, dat hij er nog drie had te gaan.
Maar toen had hij al zijn kleindochter. De mens, die hem het meest aan zijn geliefde zuster van vroeger deed denken. Die met hem samen zijn begrafenis zou voorbereiden. En die daarmee degene was, die zijn veertiende knooppunt kon vastleggen.