De vierde definitie van het eerste deel van de Ethica, “Per attributum intelligo id, quod intellectus de substantia percipit, tanquam ejusdem essentiam constituens,“ wordt als een apert lastige gezien. Lastig om te begrijpen, dus ook lastig om te vertalen. Je kunt het ook met enig gevoel voor drama zeggen zoals Richard Mason het doet. In The God of Spinoza schrijft hij over attribuut: “one of his most damagingly misleading choices of terminology” (p. 41). Zo erg kun je het klaarblijkelijk zien. Spinoza zou ons met zijn woordkeus hebben misleid!
Hoe dan ook, je kunt de betreffende definitie eigenlijk pas goed vertalen als je hem begrepen hebt, maar om hem goed te begrijpen moet je hem goed kunnen vertalen. De bekende vicieuze cirkel van het vertalen, zeker van niet eenvoudige filosofische teksten. Mijn kennis van Latijn is uiterst bescheiden en ik leun dan ook zwaar tegen vertalers aan, maar tenslotte kom ik soms toch ergens.