Cultureel-antropoloog Harry van den Bouwhuijsen leverde een vals geslepen diamant

0
675

Een week geleden trof mij het geluk om in mijn boekhandel een boek te treffen, zoals je er maar eens in de zoveel tijd een tegenkomt. Ik had nog niet van het boek gehoord en toen ik, door de titel en ondertitel getroffen, enige teksten las, wist ik direct dat ik een boek in handen had waar ik mij graag aan overgaf. Ik begon te lezen en bleef geboeid lezen: zo’n goed, vlot geschreven, systematisch opgebouwd boek met een  belangwekkende thematiek. En ook al kreeg ik gaandeweg almaar meer kritiek over wat ik erin miste, ik blééf het een prachtig boek vinden. Een schitterend boek, maar met een grandioos gebrek – een vals geslepen diamant.

Ja, historicus en cultureel-antropoloog Harry van den Bouwhuijsen heeft met zijn In de schaduw van God. Waarom binnen de christelijke cultuur natuurwetenschap wel en menswetenschap niet tot ontwikkeling kon komen [uitgeverij Klement, 2010], een prachtig proefschrift geschreven. Op 18 maart 2010 promoveerde hij erop bij prof. dr. Jos de Mul aan de Erasmus Universiteit in de wijsgerige antropologie (in 1996 had hij dat eerder gedaan aan de Universiteit Utrecht, op het proefschrift ‘Play-Fellows of God’).

De ondertitel van het boek geeft zijn programma en thesis duidelijk weer. Een werkelijk subliem en goed geschreven boek dat ik met bijna rode oortjes en bijna aan een stuk heb gelezen. Een zeer erudiete thesis die zijn gelijk redelijk gedegen en belezen onderbouwt ook al heeft hij een opvallend blinde vlek. Ik kom er zo op.