Conatus in plaats van ziel

0
312


Zoals bekend nam Spinoza veel (scholastiek) theologisch
denken op om het om te buigen naar zijn eigen filosofische kijk op de wereld.
Zo’n transformatie gaf hij ook aan de denkfiguur die al in Genesis begon, waar
God Adam en Eva de levensadem inblies, de ruach. In het christelijk theologisch
denken werd dit de leer dat God bij het ontstaan van elk mensje, dat hij op
natuurlijke wijze doet groeien, elk apart zijn ziel ingeeft. De R.K. kerk
accepteert dat haar gelovigen en wetenschappers met de evolutieleer meegaan,
als ze maar geloven in Gods ingrijpen bij het ontstaan van de mensen en van elk
mensje apart door het inbrengen van een ziel.


Steven Nadler laat in zijn boek De ketterij van Spinoza
[cf. blog] duidelijk zien hoe ook binnen het jodendom het denken over de lotgevallen van
de ziel almaar belangrijker werd. Die theologische denkfiguur (van Gods
voorzienige ingrijpen in elk individueel geval) was Spinoza goed bekend. Hij gebruikte
hem, maar op zijn geheel eigen manier.