Sommige cliënten vinden dat ik het ver geschopt heb.
Ze bedoelen daarmee dat ik een betaalde baan heb.
Zelf vind ik óók dat ik het ver geschopt heb, maar daarmee bedoel ik dan never nooit dat ik een betaalde baan heb.
Wel ben ik er trots op dat ik vreselijke dingen heb overwonnen: opnames, bestaansangst, dwang, pillen, bijna dood, afijn vul het rijtje maar aan….
In herstelwerkgroepen kom ik mensen tegen die de hele dag geteisterd worden door stemmen, anderen leven in een totaal isolement als gevolg van een of meerdere psychosen.
Wat ben ik trots op deze mensen, iedere keer wanneer ze binnenkomen.
Laatst vertelde iemand dat hij voor het eerst sinds 8 jaar weer alleen op een terrasje had durven zitten. Een ander groepslid had voor het eerst sedert 3 jaar weer een verjaardag durven bezoeken.
Trots, echt trots ben ik op hen. Vooral ook omdat ze, ondanks al hun beperkingen, hun medecliënten op weg helpen.
In de GGZ kom ik óók heel wat mensen tegen die een glanzende carrière hebben doorlopen, en groot maatschappelijk aanzien genieten. Ze bezitten meestal hotemetotenposities.
Ik vraag me wel is af of deze hotemetoten het ooit ‘echt' moeilijk hebben gehad…
Op dit soort mensen ben ik veel minder trots dan op de leden van de herstelwerkgroepen. Want wat zij te overwinnen hebben en al overwonnen hebben, dát doet er echt toe.
Niet die maatschappelijke carrière of status
* column personeelsblad ggz juni 2011
** herstelwerkgroep is zelfhulpgroep
______________________________________________________