Christopher Hitchens (1949-2011): "Spinoza, a near-perfect philosophical mind"

0
546

Christopher HitchensMet het aanhalen van deze typering door de Brits-Amerikaanse Christopher Hitchens herdenk ik het overlijden afgelopen donderdag van deze seculiere, atheïstische auteur van o.a. God Is Not Great. How Religion Poisons Everything.

Nadat in juni 2010 bij Hitchens slokdarmkanker werd vastgesteld, lukte het hem niet om zich – als wijs man – niet met de dood bezig te houden en schreef hij in het Amerikaanse maandblad Vanity Fair essays over de dood. Hitchens’ uitgever Atlantic Books maakte bekend dat ze in een boek dat de titel Mortality krijgt, zullen worden gebundeld.

In zijn laatste essay, ‘Trial of the Will’, in het januari 2012 nummer van Vanity Fair, doet Hitchens afstand van het maxime Was mich nicht umbringt macht mich stärker. Die aan Friedrich Nietzsche toegeschreven grondregel had hij lang hoog zitten. Maar vlak voor zijn dood vroeg hij zich af waarom hij de uitspraak ooit zo diepzinnig vond: "er zit een goed ritme in maar suggereert dat ook dat er rede in de uitspraak zit?”

Hij zei eens dat hij wenste dat er ooit een samenleving zou zijn waar in het onderwijs alleen werken van Albert Einstein, Thomas Jefferson, Baruch Spinoza, Thomas Paine, Voltaire, Bertrand Russell en David Hume behandeld zouden worden.

Op mij kwam Christopher Hitchens bij wat ik van hem las, uiteraard God is Niet Groot, té fanatiek, nogal fundamentalistisch over. Hij mocht dan bewondering voor Spinoza koesteren. In mijn ogen had hij zelf weinig van diens zelfbewuste superioriteit – van, inderdaad, a  near-perfect philosophical mind die Spinoza was.

———-

bronnen

NRC, Vanity Fair, De Standaard, On Point,

Christopher Hitchens: God's favorite atheist?