Cees Nooteboom speelt soms met Spinoza

0
340


Gisteren vertelde mijn broer mij tijdens een familiefeestje dat hij z’n twijfels had
over een tekstje van Cees Nooteboom op p. 243 in zijn De omweg naar Santiago (1992). Nooteboom koketteert graag met z’n
eruditie, maar heeft hij hier Spinoza wel goed te pakken? Zo wilde hij van mij
weten.


Ja, die erudiete associaties van Nooteboom… De een stoort er
zich aan, voor de ander vormt dat nu juist de grote charme van zijn schrijven. Vooral reisschrijver was hij – reizen was zijn manier van leven. 


Een enkele maal strooit Nooteboom Spinoza door zijn werk. Soms
zomaar één keer als namedropping, b.v. in een wat vreemde bosscène in Rituelen. In Allerzielen (1998) fladdert iemand even snel door de geschiedenis:
“renaissance, stijl, uiterlijk. Schitterend, maar zonder de vroomheid. Nog
even, en de eerste lenzen worden geslepen. Jouw landgenoten, als je Spinoza
tenminste een Hollander wilt noemen." Ja, een schrijver kan z’n personages
van alles laten zeggen, maar natuurlijk was Spinoza een Hollander, een
Amsterdammer zoals hij zelf graag zei.

Over de zes maanden die Nooteboom in een kamer in Berkeley doorbracht waarin hij "meer had gelezen dan in enige vergelijkbare periode in zijn leven," lezen we in de verzamelbundel Avontuur Amerika (2010): "De gewichten die ik torste waren natuurlijk boven mijn macht, Spinoza, Hume, Augustinus, Hölderlin, Stevens, maar de hoge dwingelandij van die teksten nam het op tegen de tortuur van het meubilair."