Descartes schreef pas over Causa sui in zijn Responsiones op de Primae Objectiones, en vervolgens nader aangevuld in zijn Responsiones op de Quartae Objectiones bij wat later aangeduid zou worden als zijn ‘ontologisch godsbewijs’. In zijn Meditatio V kwam Causa sui dus nog niet voor.
Caterus [zie dit eerdere blog over Caterus] vond dat ideeën geen oorzaken hadden, alleen dingen hadden oorzaken, zodat uitgaan van de idea Dei zoals Descartes deed, niet Gods bestaan zou bewijzen; hij verwees naar Thomas van Aquino die van oorzaken uitging, niet van ideeën. Descartes stelde daar tegenover dat zijn godsbewijs in feite stoelde op het causa sui en daarzonder niet begrepen kon worden. Daar, in dat antwoord op de eerste objecties, begon dus zijn beschouwing over causa sui.